Voor ons is het momenteel de gewoonste zaak van de wereld dat de zitplaatsen in onze kerk vrij toegankelijk zijn voor iedereen. Er zijn echter tijden geweest dat deze werden verhuurd aan de gemeenteleden.

De beste plaatsen waren uiteraard voor de meest welgestelde gemeenteleden. Zij konden immers het meeste geld bieden. Er gold voor het gebruik echter één beperking. De betrokken gemeenteleden moesten voor een bepaalde tijd in de dienst aanwezig zijn. Daarna werden ook de verhuurde plaatsen vrij toegankelijk voor iedereen. Kort voor de dienst begon, ging er in het klankbord van de preekstoel een lampje branden. Dit was het sein voor kerkgangers die geen vaste plaats hadden, dat zij vrij plaats konden nemen in de kerk. Helaas kon dit soms tot ongenoegen leiden van een laat aangekomen eigenaar.                                       

Begin dit jaar ontvingen we van de familie Boogaard – de Leeuw voor ons kerkelijk archief een boekje, getiteld: 

‘REGLEMENT op het beheer der KERKELIJKE GOEDEREN en FONDSEN van de Hervormde gemeente LEXMOND’ 

----------------------------

Aldus vastgesteld en goedgekeurd door de stembevoegde leden der Hervormde gemeente van Lexmond, bij gehoudene stemming, den 15 October 1870.

De commissie gemachtigd door de Stembevoegden der Gemeente Lexmond,

J. Vink.T. Swets Jz.Van Slijpe.

M.J. van der Heiden.W. Scherpenzeel.

Aldus ontworpen, voorlopig vastgesteld en ter goedkeuring aan de stembevoegde leden der Gemeente aangeboden door kerkvoogden en Notabelen der Hervormde Gemeente van Lexmond, in de kerkekamer den 7 October 1870.

G. Kortenhoeven, Voorzitter en K.F. van der Heiden, secretaris.

----------------------------

Het gaat te ver dit in 1870 vastgestelde reglement te publiceren, maar ons oog viel wel op de aanvulling waarin de zitplaatsen werden verkocht / verhuurd. De aanvulling luidt als volgt:

  1. De zitplaatsen in de Ned. Herv. kerk alhier zijn of worden in het openbaar, na afkondiging, aan de meestbiedende toegewezen, waarbij door de Kerkvoogdij een schriftelijk bewijs van eigendom wordt verstrekt.
  2. De Kerkvoogdij waarborgt een ongestoord gebruik van de toegewezen zitplaatsen bij alle officiële Godsdienstoefeningen, terwijl, behoudens overgangsbepalingen, niemand meer dan twee zitplaatsen in eigendom zal kunnen hebben.
  3. Het eigendomsrecht vervalt door;
    • Vertrek naar elders, tenzij dit vertrek tijdelijk en niet langer dan één jaar zou duren.
    • Door het niet tijdig betalen van het jaarlijksch bedrag aan huur, vast te stellen door de Kerkvoogden en Notabelen. 
    • Door niet te voldoen aan de verschuldigden Hoofdelijken Omslag. 
  4. Tot het nemen van maatregelen in de sub. 2 en 3 genoemde gevallen zal door de Kerkvoogden slechts
  5.  kunnen worden overgegaan na goedkeuring van het College van Notabelen en na vanaf den kansel in het algemeen een waarschuwing te hebben doen afkondigen.
  6. Bij overlijden worden alle plaatsen, bij den overledene in eigendom, als opengevallen beschouwd. Voor gehuwden is dit alleen van toepassing voor zoo ver zij meer dan één zitplaats in eigendom hebben.            
  7. Echtgenoot (e) of kinderen, mits inwoners, mogen naar keuze één plaats van de(n) overleden Echtgenoot (e), Vader, of Moeder te hunnen name doen overschrijven tegen betaling van het dubbele, dat over een jaar aan huur verschuldigd is. De bepaling, dat slechts ten hoogste twee zitplaatsen eigendom mogen zijn, blijft ook hier van toepassing.

Tot zover het reglement uit 1870. De ouderen onder ons hebben deze regeling nog gekend. We hebben de notulen er nog eens op nageslagen. In 1971 lezen we nog dat het zitplaatsen geld verhoogd wordt van ƒ 12,- naar ƒ 15,-. Met ingang van 1 januari 1974 werd de regeling afgeschaft en werden de plaatsen vrijgegeven.

 

Planbord van de betaalde zitplaatsen.

 

door Henk Mesker en Cor Stravers